Opeens was het er: peer-to-peer lenen, zo’n tien jaar geleden, en sindsdien groeide het explosief. Zal het nu net zo abrupt verdwijnen als het opkwam? Die vraag stelde gisteren het Financieel Dagblad. “Dat verwacht ik niet”, zegt Pieter Porte van Briqwise, “maar de boel gaat deels wel op de schop, om een beetje het kaf van het koren te scheiden. Peer-to-peer is juist ontstaan om kansen te creëren, en als alternatief voor particulieren om meer rendement te maken dan op hun spaarrekening.”
Dit artikel schetst de snelle ontwikkeling van financiering via peer-to-peer en crowdfunding in de afgelopen tijd en de recente ingrepen die overheden hebben gedaan om investeerders te beschermen. Aan het eind van het artikel legt Briqwise partner Frank van Dongen uit op welke wijze de vastgoedfinanciering via Briqwise zich onderscheidt van de risicovolle andere peer-to-peer constructies.
Wat is peer-to-peer lenen?
Laten we beginnen met een definitie. Wat is peer-to-peer lenen (ook wel P2P of peer-to-peer-lending genoemd)? Wikipedia omschrijft het als: “een wijze waarop leners en uitleners een geldtransactie kunnen uitvoeren zonder tussenkomst van traditionele financiële instanties, zoals banken. Zowel leners als uitleners zijn individuele particulieren.”
Peer-to-peer lenen is een vorm van crowdfunding, die ontstond als gevolg van de financiële crisis, toen het geldverkeer op slot zat en banken onder vuur lagen. Je kunt het ook zien als een beetje een rebelse beweging van mensen tegen de machtspositie van de grote geldreuzen. Particulieren lenen geld aan andere particulieren of ondernemers zonder dat er een bank aan te pas komt.
Succesverhalen en missers
Er zijn zowel succesverhalen als missers, zo schetst het Financieel Dagblad. Bij die missers verloren particuliere beleggers in Groot Brittannië tientallen miljoenen. Voor toezichthouders reden om in te grijpen (zie hierna). Succesverhalen waren voor gevestigde partijen aanleiding om in te stappen. Met het gevolg dat een steeds groter deel (75 tot 95%) van de peer-to-peer initiatieven geleidelijk aan institution-to-peer is geworden.
Kritische geluiden
Wat is dan eigenlijk nog het verschil met een bank? Vooral dit: peer-to-peer of institution-to-peer organisaties zijn marktplaatsen die technologie gebruiken om tot matches en deals te komen. Hierover zijn steeds meer kritische geluiden te horen. Er is te weinig controle en dat kon wel eens ten koste gaan van de zorgvuldigheid. Platformen lijken risico’s niet goed in te schatten; het gaat hen er vooral om dat het geld rolt. Andere punten die meespelen: de marges zijn gering, deels door de hoge marketingkosten die de platformen moeten maken om bekendheid te verwerven. Bovendien is 90% van de kredietaanvragen kansloos en ook dat is een forse kostenpost.
Wie is hier de dupe van? Vooral de particuliere belegger. Die wordt warm gemaakt met verhalen die peer-to-peer financiering profileren als hét alternatief voor sparen.
Betere bescherming én boost
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft al in 2017 maatregelen getroffen om particulieren beter te beschermen. Ook de Nederlandse Bank is alert. In een gezamenlijk document beantwoorden AFM en DNB vragen hierover.
Binnenkort komt er Europese regelgeving met betrekking tot peer-to-peer lenen. De kern hiervan wordt gevormd door vier punten: langere bedenktijd, betere voorlichting, betere transparantie en… meer handelsvrijheid voor platformen.
Kansen, maar ook risico’s
De eerste drie punten klinken u na het verhaal hiervoor wellicht logischer in de oren dan het laatste. Europarlementariër Caroline Nagtegaal legt uit dat de nieuwe wetgeving twee belangen dient: enerzijds een betere bescherming tegen risico’s; anderzijds de mogelijkheid om deze alternatieve financieringsvorm te behouden en een boost te geven, omdat het zulke mooie kansen biedt voor startups en scale-ups.
Deskundigen verwachten dat het aantal platformen in Nederland de komende jaren zal slinken, zeker wanneer de economie terugvalt. Het aantal nieuwe financieringen neemt dan af, terwijl het aantal wanbetalers toeneemt. Als platform móet je daar wat mee. In de praktijk betekent dit dat platformen of hun organisatie anders zullen inrichten of meer risico gaan nemen. Dat risico komt rechtstreeks op het bord van de financier terecht.
Het peer-to-peer model van Briqwise
Hoe zit dat nu met de vastgoedfinancieringen van Briqwise? Briqwise is immers ook een online platform dat peer-to-peer financiering tot stand brengt.
“Ik ben blij dat je de vraag stelt”, zegt Frank van Dongen, “want het geeft mij de kans om uit te leggen dat onze werkwijze fundamenteel anders is. Ook ik verbaas mij regelmatig als ik hoor hoe ‘gemakkelijk’ er soms een flinke lening wordt gefund voor een ondernemersverhaal dat flinterdun is, of waar ik op zijn minst de nodige vraagtekens bij stel. Waar ligt dan de zekerheid voor de investeerder? Misschien speel ik vanuit mijn bancaire achtergrond wel eens wat teveel op zeker, maar… zoals banken een zorgplicht hebben, heb je dat als platform ook.”
Peer-to-peer is bij ons geen appeltje-eitje
“De verschillen van ons model ten opzichte van dat van veel andere platformen zijn groot. Briqwise is geen crowdfund platform waarbij veel leners kleine bedragen uitlenen aan een ander. Bij Briqwise leent één lener een groot bedrag van minimaal € 100.000,- uit aan een ander. Ook komen via Briqwise alleen financieringen tot stand die gedekt zijn door het recht van eerste hypotheek.
Bij Briqwise is een investeerder niet afhankelijk van het succes van de ondernemer, maar is vooral de waarde en stabiliteit van het vastgoed zijn waarborg. Die waarde wordt zorgvuldig getoetst door een erkende makelaar. Het recht van eerste hypotheek, de lage Loan-to-Value en de garantie van de maandelijkse betalingen door Briqwise zijn extra zekerheden. Die tref je niet aan bij crowdfunding of de meer opportunistische peer-to-peer transacties waarnaar we in het begin van dit artikel verwijzen.”
Daar komt nog een belangrijk punt bij, besluit Frank. “Briqwise heeft er alle belang bij dat het risico geminimaliseerd blijft, omdat we garant staan voor de betalingen aan onze investeerders. Een financiering met een hoog risicoprofiel is voor ons dan ook een no go. Om dat te bepalen, doen we altijd een persoonlijke intake en check met elke ondernemer die een aanvraag doet. Die hebben daar geen moeite mee, integendeel, ze stellen het zelfs op prijs dat we met een scherp oog meekijken. Daar wordt hun businessplan alleen maar sterker van.”